In deze blogserie laten we je kennismaken met de mooiste regio's in de wijnwereld. Deze keer gaan we op pad naar Abruzzo (of Abruzzen op z'n Hollands) in het door ons zo geliefde Italië. Misschien niet zo bekend onder de Nederlanders, maar wist je dat ze hier wel drie Nationale Parken hebben? En dat er daar zelfs nog bruine beren rondlopen? In dit blog lees je alles over de streek, de druiven en de wijn. Avanti in Abruzzo!
Streek en klimaat
Waar vinden we Abruzzo precies? Laten we een beetje beelddenken. Als Puglia de hak van de laars is, dan is Abruzzo zo'n beetje de Achilleshiel. De naam is afgeleid van het Latijnse Aprutium, wat zo veel betekent als 'land van de zwijnen'. Ten noorden van Abruzzo vind je Marche, of de Marken. In Abruzzo vind je met 3000 meter de hoogste berg op het vasteland in de Apennijnen, de Gran Sasso d'Italia. Dat maakt de regio heel divers.
Misschien anders dan verwacht heeft Abruzzo een soort mengelmoes van een mediterraan klimaat en een zeeklimaat. Hoe dichter landinwaarts je gaat, hoe warmer het wordt. De zomers zijn er over het algemeen warm en droog. Toch kan het er extreem heet worden, en in de winter goed koud. Je kan er zelfs skiën! Die warme zomers en koude winters maakt Abruzzo ideaal voor wijnbouw. Toch is het met 'maar' 34.000 hectare één van de kleinere wijnregio's van Italië.
De belangrijkste streken
In Abruzzo liggen vier provincies. Op wijngebied zijn er twee echt interessant - daar vind je namelijk de enige DOCG's van Abruzzo. In het noorden is dat Teramo. Daar vind je Montepulciano d'Abruzzo Colline Teramane DOCG, sinds 2003 gepromoveerd naar de hoogste wijnklasse. De bodem is er kalk- en kleiachtig, met hier en daar wat zand en kiezels. De wijnstokken zijn er relatief oud met gemiddeld zo'n 30 jaar. Dat zorgt voor wat lagere opbrengsten, maar meer smaak.
In het zuiden vind je de provincie Chieti. Daar komt de Terre Tollesi DOCG of Tullum DOCG vandaan, sinds 2011 een DOCG. Een superklein gebied met maar 19 hectare aan wijngaard. Ook deze DOCG is er speciaal voor Montepulciano's, die rondom het stadje Tollo liggen.
Dan resten er nog twee provincies. Dat zijn Pescara, wat tussen Teramo en Chieti geklemd ligt. Meer in het binnenland vind je nog l'Aquila. Ze zijn van grote betekenis, omdat hier het merendeel van de wijn vandaan komt, uit zeven DOC's.
De druiven
Je voelt 'm al aankomen, heer en meester van Abruzzo is de blauwe Montepulciano. Vernoemd naar het stadje Montepulciano, dat weer in Toscane ligt (snap jij het nog?). Het is een veelzijdige druif die het in Abruzzo heel goed doet. Hij heeft een dikke schil, waardoor 'ie een diepe kleur heeft met soms best wat tannine. Door die eigenschappen kun je er zowel soepele doordrinkers als stevige jongens van maken. Je proeft zwart fruit met mooie zuren. Vooral 'jong' zijn ze erg fijn (en betaalbaar)!
Voor de rest vind je nog twee witte druiven. Allereerst de Trebbiano. Hij levert vaak zachte wijnen op met aroma's van wit fruit, bloemen en een vleugje amandel. De andere is de Pecorino, van het gelijknamige schapenkaasje. Het verhaal gaat dat de druif zo genoemd is omdat de in de wijngaard grazende schapen zo dol waren op deze druif dat ze de halve wijngaard leeg aten voordat er geoogst kon worden. Je ruikt er veel citrus in, met wat anijs en venkel. Het zijn veelal volle wijnen, die ook beter worden met de jaren; je kan ze gerust 5 jaar bewaren.
Wat je echt geproefd moet hebben...
...is Cerasuolo! Wat het is? Het is rosé gemaakt van de Montepulcianodruif. En omdat deze druif een dikke schil heeft met veel kleur, heeft de rosé dat ook. Je zou het bijna zuurstokroze kunnen noemen. En die intense kleur komt ook terug in de smaak. De meeste Cerasuolo's hebben aroma's van kers, vergezeld van toetsen van framboos en granaatappel. Heel fruitig dus. Dat maakt het een heerlijk aantrekkelijke wijn voor in de zon op het terras, of als wijn bij lichte voorgerechten. Je moet er wel even naar zoeken, want Cerasuolo ligt niet standaard in elke wijnhandel. Maar zeker de moeite waard om eens te proeven!